De uitvinding van de drukpers
Het lijkt erop dat de boekdrukkunst twee keer afzonderlijk is uitgevonden. De eerste keer gebeurde dat in China, de tweede keer afzonderlijk in Europa. Een verband tussen de twee uitvindingen is nooit geloofwaardig aangetoond.
Aziatische drukpersen
De Chinees Bi Sheng vond kort na het jaar 1000 een drukpers uit waarbij losse houten blokken met Chinese lettertekens gecombineerd konden worden. Later paste hij zijn methode aan en koos hij voor porseleinen stempels. Uit deze tijd vinden we boeddhistische teksten terug, welke waarschijnlijk met houten letters in Tibet gedrukt zijn. Nog later, in de 14e eeuw, werden voor het eerst persen met metalen letters gebruikt in Korea.
Europese drukpersen
In 1439 gebruikte de Duitser Johannes Gutenberg waarschijnlijk als eerste letters van lood, die snel gegoten konden worden met behulp van matrijzen. Door de letters in lijsten te zetten en verschillende lijsten aaneen te schuiven, konden snel meerdere afdrukken van één pagina worden gemaakt. In plaats van lijsten met letters kon ook een houtsnede met een afbeelding in een pagina worden ingevoegd. Dit druksysteem verspreide zich zeer snel door Europa en bleef tot in de 19e eeuw in grote lijnen ongewijzigd.